Naar een Vrije Staatshervorming.
Voor een nieuw en efficiënt bestuur dat de macht legt bij de mensen.
MICHAEL VERSTAETEN, mei 2023
Het land loopt vast. De mensen zijn de politieke stilstand, het gebrek aan leiderschap
en het totaal gebrek aan luisteren van de politici zeer grondig beu. We worden
behandeld als kiesvee. Als een standpunt populair lijkt te zijn dan draaien de politici
mee met de wind. Heel het politiek besluitvormingsproces is een onontwarbaar
kluwen geworden. Ons land telt zo’n 472 parlementsleden, en 54 minsters en
staatssecretarissen. Als puntje bij paaltje komt zijn ze vooral niet bevoegd.
De directe democratie met referenda, die decennia geleden werd aangekondigd, is er
totaal niet. Hoewel we meer dan ooit de technologie hebben om dat op een effici.nte
manier te doen. De ecologisten, die ooit beweerden de voorvechters te zijn van de
“basisdemocratie”, zijn de dure eden die ze gezworen hebben totaal vergeten. We
leven in een land in de 21ste eeuw waar het staatshoofd de belangrijkste job van het
land krijgt niet omdat hij ervoor geschikt is, maar omdat hij toevallig in die functie is
geboren. De kwaliteit van de politici laat te wensen over. Hun denken wordt
gedirigeerd door hun partij die vooral bezig is met aan de macht te komen en te blijven.
Het socialistische Zuiden van het land blijft steken op de achterste rij van de welvaart
in de Europese Unie en blijft rekenen op het win-for-life-infuus van het Noorden.
In een recente verklaring zei Alexander De Croo over de hervorming van het
staatsbestel dat we daar geen tijd voor hebben in 2024. Na 20 jaar VLD-beleid moeten
er volgens hem eindelijk dringende ernstige acties worden ondernomen.
U wou dat de mensen dan nog enthousiast stemmen voor de zooi die de politiek is
geworden? Laten we ernstig blijven.
Hoofdstuk 1: De democratie zo dicht mogelijk bij de burger: de
macht van de regio’s.
Wie de mensen wil betrekken bij het besluitvormingsproces, die legt de macht zo dicht
mogelijk bij diezelfde mensen. Hoe meer het bestuur lokaal wordt georganiseerd, hoe
meer diversiteit er is in de politiek. Hoe groter de vrijheid van de mensen wordt. De
politiek komt dan letterlijk dichter bij de mensen. Het is op lokaal niveau ook veel
gemakkelijker om de directe democratie te organiseren. Met referenda en
volksraadplegingen bijvoorbeeld. Of met inspraak per gemeente of wijk. Het beleid
van de 21ste eeuw neemt de politici zoveel mogelijk macht af en geeft die aan de lokale
gemeenschappen.
We zijn niets met het romantische nationalistische gedachtengoed van de 19de eeuw.
E.n volk, ..n land, ..n natie. Het is allemaal mooi voor de koekendozen,
vlaggenzwaaiers en het samenhorigheidsgevoel van de Rode Duivels en andere
sportmensen. Dat heeft niets te maken met het politiek bestel. De politiek moet zo
dicht mogelijk bij de mensen worden gevoerd. Niet op basis van de taal. Want die
taalgroepen zijn historisch ontstaan. Ze beslaan soms zeer kleine gebieden, zoals het
Antwerps of het Gents. Of bijzonder grote gebieden zoals het Frans of het Spaans.
De gemeenschappelijke interessesferen staan los van die taalgroepen. In de Westhoek
zal het de mensen worst wezen hoe in de Maasvallei in Limburg het onderwijs wordt
georganiseerd, de bussen rijden en de vergunningen al dan niet worden toegekend.
Dat de Limburgse Zuhal Demir zich moet bemoeien met de plaats waar een kabel
wordt gelegd in de West-Vlaanderen alleen maar omdat ze Nederlands spreekt, is
eigenlijk bijzonder bizar. Die kabel begrijpt geen Nederlands en de mensen die rond
die kabel wonen spreken West-Vlaams. Zelfs het gros van de migranten spreekt er
West-Vlaams, met vaak bijzonder grappige accenten.
De gedachte dat taalgroepen iets beter doen als ze dat zelf doen, is in Vlaanderen
decennia lang achterhaald. Na 20 jaar N-VA in het Vlaams Bestuur doen ze wat ze
zelf doen zeker niet beter maar vooral hetzelfde. Dat werd dan de “kracht van
verandering” genoemd. Het Vlaams onderwijs ligt op apegapen, de Vlaamse regering
heeft keihard meegewerkt met het coronabeleid dat de N-VA Federaal vervloekte, de
zorg voor jeugd en ouderen is een ramp en de boeren wordt het leven uit het lijf gepest.
Om maar enkele “krachten van verandering” te noemen.
Wat die Vlaamse regering wel goed heeft gedaan is het voorstel van de regio’s in
Vlaanderen. Het Meetjesland, Rivierenland, het Waasland, regio Antwerpen … 15
nieuwe regio’s die inderaad allemaal ongeveer dezelfde interessesfeer hebben. Alleen
Limburg is per vergissing beschouwd als ..n regio. De opdeling daar kan nog altijd
gebeuren. We zouden dus in Vlaanderen op basis van die indeling kunnen komen tot
een kleine 20 regio’s, kantons als u wil. Zoals in Zwitserland. Als we diezelfde
oefening maken voor de rest van het land, dan komen we aan zowat 35 kantons. Wel,
wie de burger stukken meer inspraak wil geven, die legt het zwaargewicht van de
politieke besluitvorming bij die kantons. De provincies kunnen gewoon afgeschaft
worden. De kantons beslissen zelf of ze de gemeenten behouden of niet. Ook andere
beslissingsniveau’s – bijvoorbeeld per wijk – zijn mogelijk. Dat regelen de kantons
zelf.
Het gros van de Vlaamse bevoegdheden kan gewoon naar die kantons. Ruimtelijke
ordening, onderwijs, wonen, huisvesting, vergunningenbeleid, een flink stuk van
leefmilieu, landinrichting en natuurbehoud, landbouw, zeevisserij, een behoorlijk deel
van economie, toerisme, dierenwelzijn, een stuk van het energiebeleid, de
arbeidsbemiddeling en tewerkstelling, openbare werken en openbaar vervoer.
Vlaanderen wordt daarmee zowat uitgekleed. Maar is dat zo erg dan? Alleen wat nog
in het kantonoverstijgend belang is op vlak van die domeinen kan aan Vlaanderen
worden gegeven door de kantons. Wat nog in het Belgisch nationaal belang is kan
worden bepaald op Belgisch niveau. Ook voor de bevoegdheden die principieel bij de
regio’s/kantons liggen. Om te vermijden bijvoorbeeld dat een autosnelweg wordt
veranderd in een zone 30 in een fundamentalistisch autohatend kanton.
Aan diezelfde kantons kan bijvoorbeeld ook een stuk fiscaliteit en andere
bevoegdheden worden gegeven die nu federaal georganiseerd worden. Als daar zijn
de organisatie van de lokale politiediensten, brandweer, civiele bescherming, het beheer
van de ziekenhuizen, een groot deel van de zorg en de uitkeringen van bijvoorbeeld
werkloosheids-vergoedingen, gezinsbijslagen en allerlei andere vergoedingen en
uitkeringen. Waarmee ook de federale overheid een groot stuk wordt uitgekleed. Maar
is dat erg?
Onze streken hebben van oudsher sterke en onafhankelijke steden gekend. Een
machtsverschuiving terug naar de regio’s is dus niets nieuw. Laat de mensen in
diversiteit zelf over hun leven beslissen, zoveel dat kan. Daarvoor is helemaal geen
centrale autoriteit nodig. We leven niet in de Sovjetunie. In wat we voorstellen hebben
de politici veel minder macht. Hun macht wordt immers grotendeels beperkt tot het
lokale kanton waar de sociale controle veel sterker kan zijn.
Dat is consequent de politici in “Brussel” een behoorlijk stuk macht afnemen en die
macht geven aan de mensen ter plaatse in de kantons. Dat is wat de mensen willen:
dat de politici naar hen luisteren. Leg daarom de macht veel dichter bij de burger.
Hoofdstuk 2: Het parlement en de regering.
Als de macht bij de kantons ligt, dan heeft het totaal geen zin meer om 6 parlementen
en 5 regeringen met 54 ministers en staatssecretarissen in zwang te houden. Dat heeft
eigenlijk zelfs nooit zin gehad en is het gevolg van een compensatiepolitiek. E.n
parlement zal ruimschoots volstaan, met Federale, een Vlaamse en een Waalse afdeling.
E.n regering ook, met een Federale, Vlaamse en een Waalse afdeling.
Om de versnippering tegen te gaan en de macht te leggen bij de kantons, kunnen zoals
in Groot-Brittanni. de kantons elk ..n of twee vertegenwoordigers naar het parlement
sturen. Afhankelijk van hun omvang. Op die manier kan een groep van ongeveer 50
parlementsleden verkozen worden vanuit die kantons. Zij behoren in het parlement
dan tot de Waalse of Vlaamse afdeling. De tweetaligen in Brussel behoren tot de beide
afdelingen.
Binnen het parlement is het dan mogelijk om met gekwalificeerde meerderheden te
werken voor bepaalde onderwerpen. Voor het sluiten van internationale verdragen
bijvoorbeeld. Als die verdragen onderwerpen regelen die tot de bevoegdheid behoren
van de kantons, dan kan worden voorzien dat er een meerderheid moet zijn in de
afdeling van het parlement gevormd door de verkozenen in de kantons.
Een tweede groep parlementsleden, ook zo’n 50-tal, wordt verkozen op lijsten in
Vlaanderen en in Walloni. die elk afzonderlijk ..n kiesgebied vormen. In Brussel kan
worden gestemd op de beide lijsten. De plaats waar een parlementslid is verkozen
bepaalt of hij tot de Vlaamse of Waalse afdeling behoort in het parlement. De
tweetalige Brusselaars kunnen in de beide afdelingen zitten.
Zo’n 70 parlementsleden wordt verkozen op ..n nationale kieslijst. Die
parlementsleden kiezen zelf tot welke afdeling ze behoren of kunnen ook kiezen in de
beide afdelingen te zetelen.
Op die manier komen we aan een parlement met 170 leden voor het ganse land. Bij
federale materies zitten alle 170 parlementsleden samen. Als er materies zijn die
Vlaams of Waals zijn, dan worden die behandeld door de Vlaamse of Waalse afdeling.
Het parlement regelt zelf hoe het dat organiseert. Gedaan dus met de
bevoegdheidsconflicten.
Hetzelfde geldt voor de regering. E.n nationale regering, met in die regering ministers
die behoren tot de Vlaamse afdeling en tot de Waalse afdeling. Ministers kunnen zowel
federale als Vlaamse bevoegdheden krijgen, of Waalse. Als een Vlaamse of Waalse
materie aan bod komt dan is het de betreffende afdeling in de regering die zijn werk
moet doen. De regering regelt zelf hoe ze dat oplost en organiseert. In elk geval gedaan
dus met de bevoegdheidsconflicten.
Het voordeel van deze structuur is dat hij voor de mensen zeer duidelijk is. De kiezers
krijgen in Vlaanderen 3 lijsten. E.n voor de kandidaten van het kanton, ..n voor de
kandidaten van Vlaanderen en ..n voor heel Belgi.. Het parlement wordt dan een
mengeling van regionale belangen, nationale belangen en Vlaamse / Waalse belangen.
Brussel is ..n kanton, zoals alle andere kantons. De kantons worden op die manier
ook dichter bij het beleid betrokken via hun vertegenwoordigers.
Door een gemengd systeem van een meerderheidskiesstelsel voor de kantons en een
gewoon stelsel voor Vlaanderen en Walloni. te voorzien, wordt de versnippering voor
de regerinsvorming een stuk teruggedrogen.
Eenvoudig, transparant, geen gezever meer over bevoegdheden en Vlaanderen en
Walloni. kunnen ook behouden blijven.
Hoofdstuk 3: De directe democratie.
In een efficiënte democratie waarin de mensen echt iets te zeggen hebben worden de
beslissingen zo direct mogelijk genomen. Dat wil zeggen zonder trapjes. Rechtstreeks.
Het staatshoofd, een president evident, wordt door de mensen rechtstreeks gekozen
en zal ook het hoofd van de regering zijn die hij zelf moet samenstellen uit het
parlement.
Kantonaal komen er rechtstreeks verkozen gouverneurs – of geef hen gerust een
andere naam - die de kantonale besturen zullen leiden. Met dezelfde structuur komen
die kantonale besturen uit de kantonraden. Zoals nu de gemeenteraden. Elke kanton
kiest zelf of er gemeenten zullen zijn met gemeenteraden en burgemeesters. Of zelfs
raden op het niveau van de buurten.
Op elk niveau vereist de directe democratie dat er geregeld – maar niet te veel zodat
mensen niet afhaken – referenda worden georganiseerd. De mensen kunnen ook
rechstreeks bevraagd worden in enqu.tes, en er kunnen volksvergaderingen
georganiseerd worden in de kantons. Laat de mensen maar eens zelf aan het woord
en installeer een cultuur van debat en inspraak. Leer de mensen met elkaar omgaan,
ook als ze niet dezelfde gedachten hebben. Dat gaat de polarisatie tegen en laat
iedereen ontdekken hoe verscheiden we allemaal wel zijn. Ook in onze standpunten.
Epiloog
Met de voorgestelde structuur krijgen we een heel ander land. Een land waar de
bevoegdheden echt zo dicht mogelijk bij de mensen worden gelegd. Een land waar de
vrijheid en verscheidenheid kan bloeien zodat mensen meer ruimte krijgen om zich te
ontplooien. Een land waar nieuwe keuzemogelijkheden zullen groeien. Een land waar
de politiek stukken minder te zeggen zal hebben. Een land waar de politici veel meer
verplicht zullen zijn om naar de mensen te luisteren.
In dat land zal het publieke debat veel meer gevoerd worden. Ook al op kantonaal
niveau. Omdat politici vooral hun kanton te besturen hebben is hun macht beperkt.
Die macht geven we aan de mensen die dichter bij het bestuur zullen staan.
Laten we onszelf dat cadeau doen, en de politici helpen afscheid te nemen van een
behoorlijk deel van de macht. Dat verdienen ze.
~