top of page

Klimaat

Armoede gaat de aarde niet redden.

MICHAEL VERSTAETEN, augustus 2023

De overheid is geen waarzegger. Het is niet de taak van een regering of politici om de wetenschap te beoordelen. Nog minder om scheidsrechter te spelen over wetenschappelijke onderwerpen. Het is aan de wetenschappers om elkaar te beoordelen. De taak van de overheid is het maken van de juiste beleidskeuzes voor de toekomst. 

 

Vanuit het oogpunt van het bestuur wegen we met Vrijheid die beleidskeuzes af. Het is daarbij grotendeels irrelevant of het klimaat nu opwarmt of niet, en of het de mens is die daar een hand in heeft. De vraag is welke doelen we ons stellen vanuit beleidsoogpunt, en welke methodes we gebruiken om deze doelen te bereiken. 

 

Daarbij gaan we ervan uit dat de kans bijzonder klein is dat we erin slagen het klimaat te kunnen controleren.  Op de wereld staat geen simpele knop die ons dat toelaat. Het klimaat is een bijzonder complex gegeven.  Het is verre van zeker dat we, met welke maatregelen ook, over tientallen jaren het resultaat zullen halen dat her en der wordt voorspeld. Niet alleen is de toekomst voorspellen bijzonder moeilijk, de mens is op zich ook een bijkomende factor van onzekerheid. Het is onmogelijk te voorspellen of te controleren wat 8 miljard mensen in de komende pakweg 30 jaar exact gaan doen. 

 

Wel, laat ons de verschillende opties die er zijn bespreken, en nagaan of we een juiste keuze kunnen maken. 

Degrowth

 

Degrowth is de moderne variant van het consuminderen. Het beperken van de consumptie en productie zodat onze uitstoot vermindert. Traditioneel zeggen de voorstanders van degrowth er dan bij dat we niet-materiële aspecten van het leven belangrijker gaan moeten vinden.  Dat is een verregaande inmenging in ons privéleven. De overheid bepaalt wat u belangrijk moet vinden in uw leven.  Wat ze er niet bij vertellen is hoeveel we van die materiële rijkdom dan wel moeten gaan afgeven om het klimaatprobleem in hun visie op te lossen. De Indiërs hebben een BNP / hoofd dat 20 keer lager is dan dat van ons.  Maar ze stoten nog altijd netto behoorlijk wat CO2 uit. Zelfs als we 95% armer zouden worden, is er geen garantie voor een zero-emissie.

  
Het overgrote deel van de aanhangers van degrowth wil vermijden dat het arme deel van de wereld nog armer wordt. Ze vinden dat de Westerse wereld meer van de groei moet afdoen dan de rest.  Als we ervan uitgaan dat de huidige uitstoot niet vermindert, betekent de voorgestelde nivellering van de rijkdom over de wereld een vermindering van onze rijkdom met ongeveer 60 %. Dan moeten we nog beginnen aan de vermindering van de CO2 productie tot nul. 

 

Als we er al in slagen om door degrowth CO2 neutraal te worden, dan zijn we er nog niet. Immers moet de CO2 die nu al te veel in de lucht zit, er voor een groot deel terug uit, zo stellen de degrowth aanhangers.  Maar de technologie om dat te doen, die hebben we nog niet. De samenleving moet die technologie nog ontwikkelen. De kans dat een sterk verarmde bevolking voldoende geld gaat vinden om technologie te ontwikkelen en te implementeren is evident veel lager dan wanneer deze technologie moet worden ontwikkeld door een groep mensen die voldoende geld en middelen heeft. 

 

De degrowth doelstelling om het klimaat te redden door minder te gaan consumeren en produceren is volstrekt onrealistisch. Geen enkele samenleving is bereid om 60 % en meer van zijn rijkdom af te geven.   Laat staan dat alle rijke landen in de wereld bereid zullen zijn om dat te doen. Willen er een paar niet mee, dan gaat de rest nog armer moeten worden. Zelfs in zo’n geval is het verre van zeker dat er een behoorlijk resultaat kan worden gehaald. De kans is groot dat na de gigantische en onmenselijke inspanning we de technologie nog steeds niet ontwikkeld krijgen. Dan zijn we arm, en het probleem is nog altijd niet opgelost. 

 

Bij een aantal concrete maatregelen die door degrowth aanhangers worden voorgesteld als “pijnloos”, zijn grote vragen te stellen. Meer duurzame auto’s is zo’n merkwaardig plan. De gemiddelde leeftijd van een auto die vandaag naar de sloop gaat is 19 jaar. Als we morgen met auto’s gaan rondrijden die 30 jaar oud zijn, dan stelt zich een gigantisch probleem van verouderde technologie en nog meer vervuiling. Nieuwe voertuigen op brandstof zijn stukken efficiënter. Dezelfde klimaatbeweging die pleit voor LEZ-zones, zou dan voor het gebruik van oude auto’s zijn. Daar is geen touw aan vast te knopen. 

 

Nog zo’n voorstel is het gebruik van deelauto’s. Zo lang er evenveel kilometers worden gereden met die auto’s, is het resultaat hetzelfde: evenveel uitstoot, en een kortere levensduur van die deelwagens.  De gevolgen zijn verwaarloosbaar. Tenzij natuurlijk deelauto’s worden gebruikt om het de mensen moeilijker te maken om met de auto te rijden. Een pestmaatregel dus. 

 

Een ander voorstel dat de productie en consumptie zou moeten reduceren is het afnemen van geld van de rijken.  Dat geld moet dan naar het armere deel van de bevolking gaan. De 1 % rijkste mensen op aarde zouden verantwoordelijk zijn voor 50 tot 60 % van de CO2-uitstoot. Hun villa’s, vliegtuigen, jachten, reizen, zwembaden, juwelen … afnemen, zou niemand kwaad doen. Behalve uiteraard de miljoenen mensen wier job erin bestaat om villa's te bouwen, vliegtuigen en jachten te produceren en te bemannen, zwembaden te graven en juwelen te ontwerpen. Die mensen staan allemaal op straat. Zeer waarschijnlijk samen met de miljoenen mensen die werken voor de bedrijven waardoor de rijken rijk zijn geworden. De kans is immers bijzonder groot dat die rijken geen zin meer gaan hebben om bloeiende bedrijven te maken. Hun winsten worden hen toch afgenomen. Er zal dus niet veel meer te verdelen vallen. Wat dan toch zou worden verdeeld, dat mag door de armere 99 % vooral niet worden uitgegeven. Want dan verschuift het probleem van de uitstoot zich gewoon.  Het idee om het geld af te nemen van de rijken, zorgt voor veel collaterale economische schade en biedt geen enkele verbetering voor het armere deel van de bevolking. Integendeel.  Het armere deel van de bevolking moet eigenlijk ook arm blijven want als ze rijk worden, dan gaan ze meer CO2 uitstoten. Dus moeten ook zij de buikriem aanhalen. Omdat de economische activiteit voor een groot deel stopt worden ze verplicht om parttime te gaan werken. Erg is dat niet want in dit denkkader mogen ze toch niet te veel inkomen hebben. Als er in zo’n afgebroken economie nog werk zal zijn. 

 

De voorstanders van degrowth willen geen degrowth voor altijd. Zij rekenen erop dat we in de toekomst de technologie gaan hebben zodat we dan niet meer zo arm moeten zijn. Het is de huidige generatie die zwaar de riem moet aantrekken opdat de toekomstige generatie goed kan leven. En deze generatie moet ook nog eens de technologie ontwikkelen voor de latere generaties. Verarmen en technologie ontwikkelen.  Hoe dan ook zal binnen het denkkader van degrowth de toekomstige generatie meer technologische oplossingen hebben dan wij nu. Zij gaan het dus veel gemakkelijker hebben op minder CO2 te verbruiken en zich daar minder pijn voor moeten doen. Maar toch vinden ze bij degrowths dat wij nu pijn moeten lijden. Bijzonder rationeel zit dat niet in elkaar. 

 

Degrowth rekent uiteindelijk op de ontwikkeling van technologie. Anders zouden de mensheid voor de hele toekomst bewust moeten leven in armoede. Maar tezelfdertijd vermindert degrowth de kans op de ontwikkeling van deze technologie door de samenleving economisch sterk te verzwakken.  

 

Degrowth is om al deze redenen een volstrekt irreële beleidsoptie die welhaast zeker de doelstelling niet haalt die de voorstanders van degrowth willen behalen. Degrowth veroorzaakt wel met zekerheid een gigantische collaterale economische schade. Het maakt ons met grote zekerheid straatarm.  Onze volledige industriële productie en onze landbouw dreigen grotendeels afgebroken te worden door gebrek aan economische activiteit. Het beperkt onze mogelijkheden om technologie te ontwikkelen waarvoor juist meer economische activiteit nodig is. Terwijl degrowth er centraal op rekent dat wij nu de technologie gaan ontwikkelen waardoor toekomstige generaties niet aan degrowth gaan moeten doen. 

 

Wie wil nu 60 % en meer van zijn inkomen afgeven, zonder gegarandeerd resultaat dan nog? Het is volstrekt onmogelijk om degrowth als beleidsoptie ernstig te nemen.

 

Groei en technologische ontwikkeling

 

In de traditionele theorie van o.a. de Club van Rome, zijn er maar 2 mogelijkheden om de wereld te redden: of de groei verminderen, dit is de economische activiteit reduceren of het aantal mensen op aarde beperken, of de technologie te ontwikkelen die vervuiling of druk op de natuurlijke omgeving uitsluit.  De tweede beleidsoptie was in die visie het ontwikkelen van technologie. Op de evolutie van het aantal bewoners op de wereld zullen we in België zeer weinig impact hebben.  Vandaar dat we bij dat probleem niet stilstaan. 

 

Als klimaatmaatregel is de ontwikkeling van technologie erop gericht om minder CO2 uit te stoten. Zelfs voor wie eraan twijfelt dat we door minder CO2 uit te stoten het klimaat gaan kunnen beheersen, is zo’n doelstelling zinvol.Het is immers inderdaad juist dat de fossiele brandstoffen die we uit de grond halen er niet voor eeuwig zullen zijn.  We halen in Europa veel minder van deze brandstoffen boven, en worden daardoor afhankelijk van schurkenstaten en landen die graag controle over ons zouden willen. De OPEC-landen bepalen mee het economisch beleid over de hele wereld door minder of meer olie op te pompen.  Een snelle ontwikkeling van technologie weg van fossiele brandstoffen is daarom hoe dan ook belangrijk.  Zelfs voor wie gelooft in degrowth is de finale oplossing de ontwikkeling van technologie. Er bestaat een quasi-consensus dat we de technologie sneller moeten ontwikkelen en implementeren.  Laat ons dat dus doen en die ontwikkeling alle kansen geven. 

 

De fundamentele beleidsoptie die daarbij te nemen is, gaat over de keuze tussen verbieden/beperken/controleren, en bevrijden/verleiden/ontvoogden. Verbieden of beperken is de harde weg. De mensen worden verplicht om hun gedrag te veranderen. De overheid legt op welke producten en diensten we moeten gebruiken. Dat vereist meteen een overheid die ons leven controleert en stuurt. We gaan voor 8 miljard mensen geplande keuzes moeten maken. De Sovjets hebben dat geprobeerd, en zijn grandioos gefaald. De mensen ketenen aan de luim van de toevallige meerderheid, die zich grandioos kan vergissen, is geen goede politiek. De keuze voor een harde, controlerende samenleving, is geen goede politiek. De voorbije jaren zijn er te veel voorbeelden van overheidskeuzes die totaal verkeerd bleken. Het sluiten van de kerncentrales om ze daarna weer te openen, om maar één voorbeeld van een falend beleid te noemen. De overheid denkt vanalles te controleren, maar faalt keer op keer.  Inzake migratie, de economie, de mismatch tussen de arbeidsmarkt en de werkloosheid, de Walen (die ook bijzonder oncontroleerbaar zijn), energie, het buitenlands beleid, het virus … De overheid controleert in de realiteit zeer weinig.  

 

Een top-down gecontroleerde samenleving maakt geen maximaal gebruik van de creativiteit en inzet van de mensen.  Elk van ons functioneert veel beter als we zo vrij mogelijk ons ding kunnen doen. Het is veel zachter, vriendelijker en aangenamer om de mensen te verleiden. Geef de mensen alternatieven die in hun geheel veel beter zijn dan de oude inefficiënte technologieën. Bevrijd hen in de plaats van hen te controleren.  Laat de mensen groeien en bloeien. Verbied geen technieken nog voor er nog betere alternatieven zijn.  Doen we dat wel dan krijgen we wat we gezien hebben met de kerncentrales, om dat voorbeeld nog eens te geven.  We verbruiken op dit ogenblik door het sluiten van centrales nog voor er voldoende alternatieven zijn, 12 % meer CO2 dan voorheen. 

 

Wat nieuwe technologieën nodig hebben om toegepast te worden in een markt waarin ze de vrijheid vinden om dat te doen. Regels die bestaande systemen bestendigen, staan vernieuwing in de weg. Monopolies, oligopolies, sturing door de overheid, top-down planning en controle, … Het zijn voorbeelden van barrières waarmee nieuwe technieken te maken krijgen in hun pogingen om door te breken.  

 

Want laat ons wel wezen: eigenlijk hebben we al bijzonder veel technologie die ons in staat stelt om veel minder fossiele brandstoffen te verbruiken. Alleen passen we die technieken niet toe. Ze slagen er niet in om maatschappelijk door te breken.  Allerlei barrières zorgen ervoor dat we niet doen wat we beter wel zouden doen. 

 

Laat ons die principes toepassen op een aantal voorbeelden waar we al dan niet het verschil kunnen maken. 

 

Als we een performant personenvervoer willen creëren tussen landen en regio’s dat efficiënter werkt dan het vliegverkeer, dan gaan we de monopoliepositie van de treinen moeten doorbreken. De implementatie van veel sneller vervoer met Maglev is daar één van de mogelijke opties. Maar zolang we blijven investeren in dure TGV’s en consorten, en de sterk verouderde treintechnologie die aan zijn limieten zit, geraken we geen stap vooruit. Het is aan de overheid om de nodige infrastructuur te voorzien zodat nieuwe technologieën een kans krijgen. 

 

In de plaats van pedelecs en steps toe te laten sneller te rijden, verplichten we ze nu om trager te rijden dan ze eigenlijk kunnen. Willen we verplaatsingen met kleine elektrische voertuigen tussen onze steden – die in België relatief dicht bij elkaar liggen – en in de woonkernen aanmoedigen, dan moeten we het omgekeerde doen. Zorgen dat mensen verleid worden omdat ze zich voldoende snel met die dingen kunnen verplaatsen.  Door te werken met comfortabele gescheiden infrastructuur, overdekt zodat de gebruikers niet nat worden onderweg, kan dat veel veiliger dan nu. Dan hoeven we niet te beperken. 

 

Op het eerste gezicht lijkt het een goed idee om meer duurzame producten te gaan maken. Maar is dat wel zo? Als we morgen duurzame GSM’s maken, dan gaan de mensen die duurzame GSM’s in de vuilbak gooien.  Omdat ze de nieuwste snufjes willen, sneller willen werken, of graag de eerste zijn in de groep die iets nieuws heeft.  Wat gaan we daartegen doen? De GSM’s duurder maken zodat minder gefortuneerde mensen geen GSM’s meer kunnen kopen?  Verbieden dat mensen hun GSM na 3 jaar al weggooien? Gaan we dat controleren en mensen een boete geven als ze hun GSM toch in de vuilbak gooien? Rantsoenering van GSM’s? Onze auto’s zijn gemiddeld 19 jaar oud als ze op de schroothoop terechtkomen. Dat hebben we hiervoor al aangehaald.  Maken we die auto’s nog meer duurzaam, dan rijden we binnenkort allemaal rond met de technologie van 30 jaar geleden die de klimaatactivisten verbiedt in de LEZ-zones. Omdat de huidige auto’s stukken efficiënter zijn en minder brandstof verbruiken. Is dat dan de oplossing?  Langer oude technologie gebruiken en tezelfdertijd pleiten voor de ontwikkeling van nieuwe technologie.  Laat de markt maar zelf uitzoeken welke producten de mensen willen.  Versterk de open markt waar nieuwkomers meer kansen krijgen. 

 

Vrijheid wil werklozen en leefloners die willen werken, maar tijdelijk zonder werk zitten, inzetten om aan belangrijke projecten voor de samenleving te werken. Eén van die projecten is de massale isolatie van oudere woningen in ons land.  In de plaats van mensen premies te geven, krijgen de aannemers bijstand.  Niemand die wil werken zal nog thuis zitten. Op die manier kunnen we met een veel grotere snelheid de energiekosten voor de mensen beperken en energie besparen. 

 

In de plaats van fier te zijn op de omvang van het geld dat door de overheid wordt besteed aan innovatie, wordt het tijd dat die inspanningen veel meer worden gekoppeld aan resultaten. Als we de universiteiten meer geld geven – en dat moet – dan mogen we resultaten verwachten als tegenprestatie.  Dat zorgt ook voor een terugverdieneffect. Laat ze maar eens op een paar jaar tijd een nieuw stadsgas ontwikkelen bijvoorbeeld.  Een gas dat we perfect kunnen gebruiken in ons bestaand gasnetwerk, maar dat veel minder terugvalt op fossiele brandstoffen.  

 

Het zijn maar enkele voorbeelden van een doorgedreven beleid dat ons veel minder afhankelijk maakt van fossiele brandstoffen. Een beleid dat de mensen meer keuze biedt.  Dat hen ondersteunt en verleidt.  In een goed werkende markt zonder barrières zullen de nieuwe technieken, als ze goed genoeg zijn, het publiek overtuigen om over te schakelen.  Ambitie hebben mag, zeer zeker. Zonder beperkingen, verboden, controles en straffen.  

 

Epiloog

 

De concrete gevolgen van een keuze voor consuminderen of degrowth is een materiële verarming van de mensen met meer dan 60 %. Degrowth vraagt van elk van ons om gemiddeld meer dan 60 % van onze materiële welvaart op te geven.  We moeten meer belang hechten aan immateriële zaken in de plaats. De hele economie moet minstens 60 % kleiner worden.  En dan nog is het resultaat niet gegarandeerd. Dan nog moeten we technologie ontwikkelen, want de degrowthers geven toe dat we dat niet eeuwig kunnen volhouden. Hoewel we het geld niet meer gaan hebben om nieuwe technologie te maken.  We gaan straatarm zijn. Die beleidsoptie is een volstrekte utopie. Of beter gezegd een nachtmerrie.  

 

In al hun ijver om te beperken en te verbieden, vergeten de aanhangers van consuminderen en degrowth dat er vooral moet worden geïnnoveerd. Ze maken geen omgeving waar innovatie wordt gestimuleerd.  We zijn geen stap vooruit met een LEZ-zone of een zone 30. Zolang we geen behoorlijk alternatief is, is pesten, beperken en controleren niet de goede oplossing. Wel hard werken aan die alternatieven. De markten openzetten zodat nieuwe initiatieven alle kansen krijgen.   

 

Tot we die nieuwe technologie hebben, hoeft niemand zich er voor te schamen om vlees te eten, met een SUV te rijden, naar Spanje te vliegen of 10 paar schoenen te hebben. Laat de mensen gerust.  Help en ondersteun hen waar het nodig is. 

 

Dat is de keuze die we bij Vrijheid maken. 

 

~

Vrijheid logo test inside.png
bottom of page